“Ik probeer een ‘low media diet’ aan te houden, maar de laatste weken komt daar weinig van terecht.” Barbara den Bak, oprichtster van het inmiddels verkochte The Bootcamp Club en van High Studios, is veel meer met haar telefoon bezig dan ze zou willen.
Bizarre resultaten
“Ik zit de hele dag op dat ding.” Niet zo verwonderlijk ook, want bij High Studios gaat alles digitaal. Van het registreren van nieuwe klanten tot de boekingen, de check-ins en de betalingen. “We hebben helemaal geen mappen waar hardcopy papieren in zitten. Als mijn internet eruit ligt, heb ik echt een probleem. Mijn hele business draait om online.”
Waar grote fitnessketens lesjes kickboksen én yoga én crossfit aanbieden, richten boutique gyms zich op één ding. In het geval van High Studios is dat een door Barbara zelf ontwikkelde training van 45 minuten waarbij zowel cardio- als krachtoefeningen aan bod komen. In die drie kwartier verbrand je tot 1000 calorieën, zegt ze. “Als je daarna lekker aan je uitsmijter zit, verbrand je nog steeds calorieën.”
Zelf zweert ze ook bij de lessen. “Vijf weken na mijn tweede zwangerschap ben ik weer begonnen met sporten, ik was binnen no time weer in shape. Het is bizar wat voor resultaten we boeken.”
Boutique fitness
In 2016 opende de eerste vestiging van High Studios in de Weesperstraat in de Amsterdamse Plantagebuurt, in mei van dit jaar kwam daar een tweede vestiging bij in de Jordaan. Verder zijn er nog zeven zogenaamde shop-in-shops, zalen van High Studios in bestaande vestigingen van fitnessketen TrainMore. Voor High Studios deed Barbara net als voor The Bootcamp Club inspiratie op in het buitenland. “In Amerika is boutique fitness huge, maar hier bestond het nog niet.”
De doelgroep van High Studios – de millennial en de generatie daarvoor – is druk-druk-druk. “Ze hebben weinig tijd, maar willen wél graag fit zijn en er goed uitzien.” Bij High Studios zit je niet vast aan een abonnement (al is die optie er wel), je betaalt alleen als je traint. “Je deelt als het ware de kosten van een personal trainer met de groep”, legt Barbara uit.
Een ander punt waarop High Studios zich onderscheidt, is de beleving. “Budget-fitnessketens als BasicFit zitten op afgelegen industrieterreinen en zijn gestript van alle extra’s. Bij ons is het design hoogwaardig, de beats zijn hard, de zalen donker. Het is bijna alsof je in een nachtclub staat. Als je binnenkomt liggen er verse handdoekjes klaar, in de kleedkamers staan verzorgingsproducten. Persoonlijke aandacht heeft voor ons prioriteit, daarmee creëer je een community.”
High Studios op Instagram
Ook sociale media spelen daarbij een grote rol. Met name op Instagram is High Studios actief. “Bij The Bootcamp Club lag de focus nog op Facebook, maar daar zit de doelgroep nu veel minder, hebben we het idee. Je merkt dat advertenties daar ook steeds minder opleveren. Op Instagram proberen we elke dag iets te posten en echt na te denken over nieuwe content. We hebben een huisfotograaf die ervoor zorgt dat we ook genoeg leuk beeldmateriaal hebben om te plaatsen.”
App-groepjes
Privé probeert Barbara zoals gezegd zo weinig mogelijk media te consumeren. Met wisselend succes. “Ik zit in megaveel app-groepjes. Om 7 uur ’s ochtends, als de trainers beginnen, klappen de app-groepen al uit elkaar. Dat gaat de hele dag door. In sociale app-groepjes reageer ik zelden, dat weten mijn vrienden ook van me. Daar ben ik gewoon te druk voor. Als er honderd appjes worden gestuurd voorafgaand aan een afspraak, stuur ik: oké jongens, recap: hoe laat moet ik waar zijn?”
Bellen begon ze ook steeds minder te doen, maar dat doet ze nu bewust weer vaker. “Ik vind het in zakelijk contact belangrijk om te blijven bellen. Miscommunicatie sluipt er veel eerder in bij geschreven berichten, en daarnaast vind ik persoonlijk contact veel waardevoller. Soms moet je elkaar ook even zien. Ik heb het nodig om mijn mensen te motiveren en de energie in een club te brengen.”
High Studios zit nu nog alleen in Amsterdam, maar de ambities van Barbara reiken verder. “We willen ook naar andere grote steden in Nederland gaan kijken en daarna naar het buitenland. Het concept is echt stads. Onze communicatie is in het Engels en we richten ons op een snelle, stadse doelgroep. Dan ben je in Nederland wel snel klaar.”
